Geschiedenis
Drie generaties vakmanschap
Dat was tegen 1920. Hij ruste niet voor dat ze weer feilloos liepen. Terwijl hij overdag op de koeien paste van een oom, nam hij studieboeken door over uurwerktechniek, die hij van een vertegenwoordiger van Friederichs had gekregen. Op zijn aanraden schreef hij zich in bij de Kamer van Koophandel. Dat was in 1921.
Hij was toen dus 16 jaar! Zijn vader kon vanwege zijn gezondheid al jong niet meer werken, dus het reparatiewerk van opa was ook bittere noodzaak. Er moest brood op de plank komen. Dus ging hij overdag werken op de haven van Goes, terwijl hij `s avonds nog achter de werkbank kroop. En dat na een lange dag sjouwen met balen kunstmest van honderd kilo!
Mijn vader, de oudste zoon van mij opa, waar ik naar vernoemd ben, leerde het vak in de praktijk, aan de werkbank van zijn vader. Daarnaast volgde hij een schriftelijke cursus. In 1950 ging hij het vak uitoefenen bij een bedrijf in Burgh-Haamstede en ging daarna voor een jaar naar Zwitserland om zich verder te bekwamen als horlogemaker.Hij kwam in de leer bij Herr Defilla, uhrmachermeister in Samedan, Graubunden. Daar in Haamstede heeft mijn vader mijn moeder leren kennen en zijn ze daar een eigen zaak begonnen, die ze tot 1997 hebben gerund.
Mijn ouders poseren hier met ‘gepaste trots’ voor hun pas geopende eerste zaak aan de Zuidstraat in Haamstede. April 1959
Net als mijn vader en mijn opa was ik al vroeg in de werkplaats te vinden. Op m`n 14de haalde ik voor het eerst een uurwerk uit elkaar, waarbij ik mij nog niet realiseerde dat je eerst de veren moet onspannen. Het gevolg laat zich raden: Een enorm geraas en alle raderen vlogen door heel de werkplaats. Daarna ben ik het nooit meer vergeten!
De liefde voor de klokken zat er al vroeg in! Maart 1968
“Ze hadden mij alleen nog niet verteld, dat je een klok met je handen moet repareren.”
Na wat andere betrekkingen te hebben gehad, ben ik bij een bekwame uurwerkmaker gaan werken, waar ik naast de reparaties ook een eigen uurwerk ging bouwen. Ook heb ik daar enkele gangmodellen gebouwd, waaronder een Tourbillon met Chronometergang. Zie “Eigen werk/Nieuwbouw” In die tijd ben ik in de avonduren uurwerktechniek gaan studeren, om mijn benodigde papieren te halen.
Toen mijn ouders in 1997 stopten, hebben mijn vrouw en ik deze zaak voortgezet in ’s-Gravenpolder, maar ik voelde mijzelf meer ambachtsman dan juwelier. Daarom besloten we na ruim tien jaar met de winkel te stoppen, zodat ik me helemaal kon richten op het uurwerkmakersvak. Het betekende tegelijk verhuizen, want de woning boven de winkel was een bedrijfswoning. We bewonen nu een mooie oude woning, met daarachter een prachtige ruime werkplaats met veel daglicht, zodat ik daar met veel plezier me helemaal kan richten op dit mooie vak. Die liefde voor het ambacht zit dus verweven in onze generaties.
Onze huidige werkplaats.